Boerenpaar laat zien hoe het duurzaam kan

Paul en Janine werken met de natuur en zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen

Het boerenbedrijf van Paul en Janine den Dunnen-Keller geldt voor de provincie als lichtend voorbeeld. Akkerbouw, veeteelt, een notenboomgaard en camping; het komt op een duurzame manier samen in het buitengebied van Lage Zwaluwe. Wat doet BIO In de Polder anders?

Daar staan ze dan, samen tussen de wilde bloemen. Even lachen naar het vogeltje. Achter hun rug komen tientallen stieren en een paar koeien nieuwsgierig aangewandeld. Het gebeurt ook niet elke dag dat Paul (41) en Janine (40) den Dunnen-Keller zo uitgebreid op de foto gaan.

Al hebben ze over aandacht niet te klagen sinds de provincie Noord-Brabant hun bedrijf een half jaar geleden bestempelde tot lichtend voorbeeld voor andere duurzame agrariërs. BIO In de Polder is één van de twaalf ‘inspiratiebedrijven’ die de provincie rijk is. Zij werken mee aan open dagen en staan open voor vragen.

,,Die benoeming voelt echt als erkenning voor wat we hier doen”, klinkt het tussen de wilde cichorei en andere kleurrijke bloemen. De twee staan op een plek waar veel kanten van hun bedrijf samenkomen. Voor hun neus ligt de natuurcamping, met veertig standplaatsen, vijf huisjes en vijf ingerichte tenten. Achter hun rug lopen 65 stieren en een handvol zoogkoeien. Zij leveren mest en eten grasklaver, een stikstofbinder die wordt ingezet om de bodem te verbeteren.

Op omliggende akkers groeien onder meer erwten en uien. Dat kunnen de volgende keer ook rode kolen, knolselderijen, winterwortels, aardappelen of sperziebonen zijn. Of dus grasklaver, als rustgewas. Opvallend: op de wei en de akkers staan ook honderden jonge stammetjes. De afgelopen twee winters heeft het boerenpaar in totaal 332 walnootbomen geplant.

Stieren leveren biologisch vlees

Het is de bedoeling dat er uiteindelijk vijfhonderd komen te staan. De ondernemers leggen later uit waarom ze toekomst zien in walnoten. ,,Het is ook voor ons nieuw. Iets dat we moeten leren: wat snoei je wel, wat niet? Nu halen we alle noten nog weg, zodat de bomen al hun energie kunnen gebruiken om te groeien. Over een jaar of vier komt de oogst op gang.”

Alles bij elkaar beslaat het bedrijf 45 hectare, zegt Paul. Hij was om half vier vannacht al wakker om acht beresterke stieren in een veewagen te krijgen, rijp voor de slacht. Topsport, elke keer weer. Een deel van het biologische vlees verkopen ze op hun erf, de rest gaat naar twee restaurants in Breda. Paul gaapt nog maar eens keer. ,,Ik heb ook nog geen koffie op.” Tijd voor een bakkie. Op weg naar het woonhuis aan de straatkant valt op dat de schuurdaken zijn bedekt met bijna 550 zonnepanelen, goed voor 175.000 kWh aan elektriciteit per jaar. Daar kunnen bijna 60 huishoudens een jaar lang mee vooruit.

Met koffie en taart vertelt het stel het verhaal van hun familiebedrijf. Janine Keller is de zevende generatie die hier aan de slag is. Bijna tien jaar geleden stelden haar ouders de vraag of ze met Paul de boerderij wilde overnemen. Het antwoord: ja, maar dan doen we het wel op onze manier. Biologisch. Zonder kunstmest of chemische bestrijdingsmiddelen.

,,Mijn vader vond dat wel lastig. Hij zei: ‘waarom zou je het moeilijk doen als het ook makkelijk kan?’ Hij was altijd wel bang voor verandering. Maar het voortbestaan van de boerderij was voor hem het belangrijkst, daarom kon hij het toch accepteren”, zegt Janine. Waarom was haar wens voor biologisch boeren zo sterk? ,,Wij volgen veel meer de natuur, van jongs af aan al. Ik was op mijn zesde al lid van de vogelbescherming.” Paul: ,,Ik kocht op mijn twaalfde mijn eerste kalfje.” Op 1 januari 2018 namen ze de boerderij officieel over.

De bank reageerde enthousiast op hun plannen en pushte zelfs om snel werk te maken van de zonnepanelen. De camping groeide, net als de bloemenweides. Er kwamen stieren en zoogkoeien om mest te produceren en grasklaver te eten. ,,De dieren zijn onmisbaar om de kringloop te sluiten. Dat deden we hier eigenlijk al voordat toenmalig minister Carola Schouten zei dat kringlooplandbouw de toekomst is.”

Op het erf scharrelen ook een paar kippen en parelhoenders rond. ,,Maar die zijn puur voor de gezelligheid. We doen hier eerst en vooral wat we zelf leuk en mooi vinden, dan komt het verdienmodel vanzelf wel. Het idee voor die bomen is zo ook ontstaan. Mooi, leuk. En dan gaan we rekenen wat we nodig hebben.”

Uitkomst van die som: vijfhonderd bomen. Dat aantal maakt het rendabel om te investeren in de machines en ruimte die nodig zijn om zelf de noten (automatisch) te rapen, kraken en persen. Het idee is om de walnootolie in kleine flesjes te verkopen, aan campinggasten en de horeca.

Beter een walnoot op je hoofd

,,In die flesjes is het langer houdbaar. Daar is markt voor, dat merken we nu al bij de restaurants waar we vlees leveren”, zegt zij. Walnootolie kan ook een rol spelen bij de overgang van vlees naar plantaardig eten, een ontwikkeling die ‘eiwittransitie’ heet. Hij: ,,Over tien jaar zitten de bomen goed in de productie. Dan ben ik te oud om in die stierenhokken rond te lopen. Je moet over dat hek heen kunnen springen als ze komen aanstormen, anders ben je echt te laat.” Dan kun je beter een keer een walnoot op je hoofd krijgen. Boerenpaar laat zien hoe het duurzaam kan ‘Mijn vader vond het wel lastig, maar het voortbestaan van de boerderij was voor hem het belangrijkst, daarom kon hij het accepteren’. 

Het boerenbedrijf van Paul en Janine den Dunnen-Keller geldt voor de provincie als lichtend voorbeeld. Akkerbouw, veeteelt, een notenboomgaard en camping; het komt op een duurzame manier samen in het buitengebied van Lage Zwaluwe.

Wat doet BIO In de Polder anders? Paul en Janine werken met de natuur en zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen Boerenpaar laat zien hoe het duurzaam kan ,,Soms is er wel scepsis”, zegt Paul. Dan vraagt er een collega wat die ‘staken’ daar doen in de wei – dan bedoelen ze de walnootbomen. Die reacties horen ook bij pionieren, denken de ondernemers dan maar. Net als de expert die ineens het stempel ‘agroforestery’ plakt op hun walnootboomgaard. Ze hadden die term voor boslandbouw nog nooit gehoord toen ze aan hun eigen variant begonnen. ,,Wij werken vanuit gevoel.” Het gesprek komt op de nieuwe stikstofdoelen die voor grote onrust zorgen onder boeren die vrezen voor hun voortbestaan.

De plannen baren zelfs de eigenaren van Brabantse voorbeeldbedrijven enigszins zorgen, zegt Janine. Zeker nu nog niet duidelijk is wat ze precies gaan betekenen voor de individuele bedrijven. Het stel heeft door de stikstofcrisis nog altijd geen vergunning voor het stallen van hun vee. De provincie en de gemeente gedogen de situatie, maar de vraag is hoe dat verder gaat. De ondernemers proberen er niet te veel mee bezig te zijn. Ze gaan ook niet met trekkers de snelweg op uit protest tegen de nieuwe plannen. ,,Maar het is wel goed dat die zorgen bekend zijn.”

Paul en Janine willen vooral door op de ingeslagen weg. ,,Zoals de natuur het zelf heeft bedacht.” De aanpak werpt al vruchten af. Letterlijk, maar ook in het leven op en rond de boerderij. Met de stieren en de stalruimte kwamen de boerenzwaluwen. Er leven drie soorten uilen, broedende scholeksters, blauwe kiekendieven, putters, patrijzen en verschillende soorten spechten. ,,Het stikt ook van de mussen en de mezen.”

Voor de boeren zelf voelt het vooral heel goed om zo duurzaam bezig te zijn, met bloemen, bomen en ander groen. De vader van Janine krijgt het niet meer mee. Hij overleed drie jaar geleden, nog altijd niet helemaal overtuigd van de biologische manier van werken zonder chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest. Maar trots was hij stiekem ook. Paul: ,,Zo’n beetje zijn laatste woorden tegen mij waren: het valt niet héél erg tegen. Toch een compliment.”

BRON: BN De Stem DOOR: PAUL DRIESSEN FOTO: RENÉ SCHOTANUS/PIX•PROFS